maandag 22 april 2024

Ankerpunt

Hij was een ankerpunt op weg naar het werk. Net zoals de brug (alsjeblieft niet open), de lichten (hopelijk niet op rood) en die ene steile helling bergop (lang leve de elektrische fiets)

Hij stond altijd buiten. Weer en wind wikkelden hem in een dikke jas, muts en sjaal. Knalroze ochtendluchten trokken zijn blik naar boven. Prille zomerzonnetjes lieten een klapstoeltje uitklappen op de stoep.
Ik sjeesde steevast voorbij voor het acht uur is en hij stond er als vast ankerpunt. Het begon met een knikje, toen een opgestoken hand en na enkele weken een vrolijk gezwaaide ‘goeiemorgen’.
Mijn ‘zwaaiopa’ was een echo van mijn eigen opa. Nooit meer in zijn sas dan op 1 september, waar hij opnieuw kon wuiven naar alle kinderen die terug naar school gingen.

Misschien heb ik het de eerste keer niet gemerkt, maar na enkele dagen waaide er een ongrijpbare vleug onbehaagelijkheid. Iets was anders, tekort. Tot ik voelde hoe mijn blik naar nummer 173 getrokken werd en er enkel en alleen een gesloten deur te zien was. Week na week, rekte ik mijn hals en vertraagde ik mijn snelheid, maar er was geen wuivend gebaar te zien.

Deze morgen stond hij er opnieuw. Ik wuifde mijn arm net niet uit de kom. ‘Goeiemorgen!’
En iets in mijn lijf loste. Hij stond er opnieuw.

donderdag 29 februari 2024

Winterslaap

Ooit las ik bij Webkim een geniale remedie tegen de winterdip. Ik verstop me onder een berg Tony Chocolony en eet zo traag een weg naar de lente. 

Alle winterwandelingen en feeĆ«rieke kerstverlichting ten spijt, ik ben niet gemaakt voor de donkere wintermaanden.  Maar omdat mijn systeem ook niet gemaakt is om zoveel chocolade te verzetten, bedacht het op zijn eentje een andere oplossing. 

Ik had het zelf ook niet door. Pas toen ik voor de derde keer op drie weken tijd met een boek in mijn handen de deur van de boekenwinkel rinkelend achter me hoorde dichtvallen, viel het kwartje. Ik omringde me niet chocolade, maar met boeken. Echte boeken die zwaar wegen in je hand, ruiken naar onvertelde verhalen en geen lichtje hebben waardoor het nachtlampje echt wel aan moet in het lezen voor bedtijd-moment (sorry Lief!). 

Ik bouwde een denkbeeldig hutje rond mezelf met boeken als bakstenen om zo langzaam de dagen om me heen weg lezen. 

Inspiratie nodig? 

- Cadeautje voor mezelf | Maartje Swillen
- Dit is niet wat er zal gebeuren | Zita Theunynck 
- De moordclub op donderdag (en alle volgende boeken) | Richard Osman
- Waar zijn de wolken | Suzanne Grotenhuis
- Een tweede kans voor Missy | Beth Morrey
- Ghosts | Dolly Alderton

Het is lente voor je het weet. 

maandag 12 februari 2024

waaien

Grijsblauw. Een flou artistique die de overgang tussen zee en lucht voor interpretatie vrij laat. Schijnbaar verlaten. Een stevige bries die me geen keuze in wandelrichting laat. Zo heb ik het strand het liefst. 

Ik waai, parallel aan de horizon. Als een vlieger aan een touwtje tol ik over het lege strand. Armen wijd, licht naar achter gebogen. Fijne nevels jagen voor me uit. Mijn schoenen vullen zich gestaag met elke stap. 

Aan het trapje wenkt de open deur van de boekenwinkel. De wind geeft een laatste duw en ik waai binnen. Mijn vingers dansen over de planken en mijn voeten laten een knerpend zandspoor verschijnen. 

Ik ben op zoek naar niets, zeker geen extra centimeters als voorlopige dakpan van mijn 'nog te lezen stapel'. Gewoon kijken en snuisteren en snuiven. En toch - geen idee hoe, misschien de sterke wind - waait er een boek in mijn schoudertas.